Bijzondere vondsten FWT-FLORON 2010 |
Wetenschappelijke naam | Nederlandse naam | km-hok | maand | lokatie | aantal / standplaats | aantal km-hokken in Twente / opmerking | vinder(s) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Juncus tenuis subsp. anthelatus |
Tengere rus (subsp. anthelatus) | 258-487 | september | Rossum, Duistere Voort | Drie planten in natuurontwikkelingsterrein. | Vierde km-hok; eerste buiten De Doorbraak. | Andries van Renssen |
Sedum sarmentosum foto op waarneming.nl. |
Driebladvetkruid | 242-494 | september | Vriezenveen, de Pollen |
Zes planten in zandige berm. Talrijk op slootbodem. Lijkt hier volledig ingeburgerd. |
Achtste km-hok Twente (incl. verwilderingen). kaart |
Corry Abbink |
Panicum schinzii |
Zuid-Afrikaanse gierst | 237-507 | augustus - september | Tilligte - Denekamp - Markelo. | Bermen en rand maïsakkers; soms massaal. |
Tweeëntwintigste km-hok. Aan de Scandinaviëroute (de oostelijke rondweg van Denekamp) is de soort massaal aan te treffen. Ten onrechte werden de vondsten van Tilligte en Denekamp aanvakelijk voor P. dichotomiflorum (Kale gierst) gehouden. kaart |
Pieter Stolwijk |
Arabidopsis arenosa |
Rozetsteenkers | 237-507 | augustus | Brucht. | In natuurontwikkelingsterrein. |
Zesde km-hok; eerste sinds 2005. De soort is onbestendig; er zijn geen terugmeldingen. |
Rudolf van der Schaar |
Pyrola rotundifolia |
Rond wintergroen | --- | augustus | Oost-Twente. | In natuurontwikkelingsterrein. |
Derde km-hok. Zie ook: Bijzondere vondsten 2005 Bijzondere vondsten 2008. |
Benno te Linde, Louis-Jan van de Berg & Onno de Bruijn |
Cyperus fuscus |
Bruin cypergras | 258-483 | augustus | Oldenzaal, Gravenes. | Vijf planten, op slikkige grond van nieuw retentiebekken. | Elfde km-hok; zesde recente. | Pieter Stolwijk |
Cyperus fuscus |
Bruin cypergras | 259-466 | augustus | Enschede, Sandersküper. | Een veertigtal planten, op slikkige grond van nieuw natuurontwikkelingsterrein. | Tiende km-hok; vijfde recente. | Jo Schunselaar |
Isatis tinctoria | Wede | 234-470 | augustus | Twentekanaal, op de sinds 1990 bekende vindplaats. | Drie planten, op voormalig baggerdepot. |
Enige km-hok. Er zijn daarnaast enige adventieve vondsten. |
Pieter Stolwijk |
Abutilon theophrasti |
Fluweelblad | 233-469 | augustus | Twentekanaal, baggerdepot. | Een plant, op zanddepot. |
Veertiende km-hok; vierde sinds 2005. De soort is onbestendig; alle vondsten zijn eenmalig. |
Pieter Stolwijk |
Centunculus minimus |
Dwergbloem | 238-481 | juli | De Doorbraak, bij de Hoeselderdijk. | Honderden planten. | Vierde km-hok; derde sinds 2005. | Jo Schunselaar |
Filago vulgaris | Duits viltkruid | 238-481 | juli | De Doorbraak, bij de Hoeselderdijk. | Tientallen planten. | Zesde km-hok. | Jo Schunselaar |
Dactylorhiza maculata subsp. fuchsii | Bosorchis | 263-480 | juli | Rotboerpad, Grevenmaat. | Drie planten. | Tweede zekere vondst. | Jo Schunselaar |
Juncus inflexus | Zeegroene rus | 256-441 | juni | Weerselo, pompstation. | ? |
Negentiende km-hok. De soort, hoewel meerjarig, lijkt in Twente onbestendig. Er is slechts een km-hok waar de soort een tweede keer is gezien. Ze lijkt een vorkeur te hebben voor lemige of kleiige bodem: bij Oldenzaal en rond Hengelo zijn de meeste vondsten gedaan. |
Andries van Renssen & Jo Schunselaar |
Lycopodium tristachyum |
Kleine wolfsklauw | vervaagd | juni | Ten noorden van Hellendoorn. | Een tiental planten. |
Eerste vondst FWT. De Atlas van de Nederlandse Flora (deel 2) geeft voor dit deel van Twente alleen vondsten van voor 1950; daarnaast nog drie uurhokken uit noord-oost Twente. De laatste bekende groeiplaats was in de Paardenslenkte, zo'n 15 jaar geleden (mededeling Geert Euverman). We nemen aan dat al deze vindplaatsen inmiddels verdwenen zijn. Hoogstwaarschijnlijk is dit nu de enige vindplaats in Twente |
Johan Alferink |
Eleocharis quinqueflora |
Armbloemige waterbies | 238-481 | juni | De Doorbraak, bij de Hoeselderdijk. | Vele tientallen planten. |
Negende km-hok. Mogelijk is dit de eerste keer dat de soort in een natuurontwikkelingsterrein (buiten een natuurreservaat) wordt aangetroffen. De overige vondsten liggen alle in
natuurreservaten. Zie ook bij Centunculus minimus (Dwergbloem). |
Jo Schunselaar |
Polygala vulgaris | Gewone vleugeltjesbloem | 244-482 | juni | Driesprong Haaksbergen-Eibergen-Neede. | Twee planten, in schrale grasstrook tussen fietspad en bermsloot; met veel Pimpinella saxifraga (Kleine bevernel). |
Een hervondst. Tussen 1979 en 1995 is de soort hier vaak gezien. Daarna is er vele malen vruchteloos gezocht. Uit de periode 1977-2004 zijn er in Twente 16 vindplaatsen bekend. Sinds 2005 zijn er nu vier teruggemeld en is er een nieuwe vindplaats genoteerd. In een aantal natuurreservaten is de soort zeker nog aanwezig, maar zij gaat kennelijk toch hard achteruit. |
Otto Zijlstra & Pieter Stolwijk |
Anchusa arvensis |
Kromhals | 244-482 | mei | Tusvelderesch, aan de spoorbaan. | Een plant. |
Zevende vondst vanaf 2005. De soort is zeer onbestendig in Twente. Er zijn meer dan 50 vondsten uit de periode 1977-2004 bekend, maar slechts een terugvondst. |
Otto Zijlstra & Pieter Stolwijk |
Valerianella locusta | Gewone veldsla | 244-482 | juni | Tusvelderesch, aan de spoorbaan. | Vele tientallen planten. |
Negende vondst. De soort is onbestendig. |
Otto Zijlstra & Pieter Stolwijk |
Saxifraga tridactylites | Kandelaartje | 244-482 | juni | Tusvelderesch, aan de spoorbaan. | Enkele tientallen planten. | Terugvondst; de soort is hier ook van 1997 bekend. | Otto Zijlstra & Pieter Stolwijk |
Aquilegia vulgaris | 'Wilde' akelei | 263-480 | mei | Berm A1, ter hoogte van de Grevenmaat. | Een plant; met o.a Primula veris (Gulden sleutelbloem) en Crepis biennis (Groot streepzaad). |
Vijfendertigste vondst, (nagenoeg) alle verwilderingen. Van tuinafval of uitzaai is hier echter geen sprake. Het blijft niettemin welhaast onmogelijk te bepalen of we hier met een 'echte' Wilde akelei van doen hebben. De aanwezigheid van Crepis biennis en van Primula veris is ook intrigerend. |
Jo Schunselaar |
Filago vulgaris |
Duits viltkruid | 229-485 | mei | Nijverdal, natuurontwikkeling Regge. | Enkele tientallen planten; met o.a Gnaphalium luteo-album. | Vijfde vondst. | Ismael Wind |
Geum macrophyllum foto op waarneming.nl. |
Groot nagelkruid | 258-474 | mei | Lonneker. | Een tiental planten. |
Elfde vondst, alle na 2005. De soort lijkt in hoog tempo in te burgeren. |
Otto Zijlstra |
Armoracia rusticana |
Mierikswortel | 251-478 | mei | Hengelo. | Een grote plant. |
Elfde vondst. We hebben de indruk dat het steeds om tijdelijke groeiplaatsen gaat. Er zijn geen hervondsten bekend. |
Wytze Boersma |
Geranium lucidum | Glanzige ooievaarsbek | 253-478 | mei | Hengelo, Hasseleres. | --- | Vijfde vondst, tweede in Hengelo. | Wytze Boersma & Jan Zwienenberg |
Primula veris | Gulden sleutelbloem | 263-480 | mei | A1 ter hoogte van de Grevenmaat. | Ruim 20 planten, aan de zuidelijke bermsloot. |
Eerste vondst. Aan de A1 zijn de laatste jaren meer voor Twente bijzondere vondsten gedaan, wat mogelijk verband houdt met het aansnijden van een relatief kalkrijke bodemlaag. |
Pieter Stolwijk |
Ranunculus bulbosus | Knolboterbloem | 266-478 | mei | Snoeyink. | Vijf planten. |
Tweede vondst aan de Dinkel (eerste sinds 2005). De soort is tamelijk algemeen aan de Overijsselsche Vecht en in het westen van ons district. |
Otto Zijlstra & Pieter Stolwijk |
Salix x sericans | Bos- x Katwilg | 266-478 | mei | Snoeyink. | Een struik. | Eerste vondst FWT. | Otto Zijlstra & Pieter Stolwijk |
Hieracium lactucella |
Spits havikskruid | 259-477 | mei | Lonnekerberg. | --- |
Vierde vondst; tweede sinds 2005. Actueel zijn er hoogstwaarschijnlijk nu twee vindplaatsen. |
Otto Zijlstra |
Senecio vernalis | Oostelijk kruiskruid | 263-488 | april | Singraven, bij de watermolen. | Een plant. |
29ste vondst; vijfde sinds 2005. De soort is zeer onbestendig; slechts eenmaal is zij op een oude vindplaats teruggezien. |
Pieter Stolwijk |
Lepidium draba | Pijlkruidkers | 235-508 | april | Rheezerbelten | --- | Zesde vondst; tweede sinds 2005. De soort is bij ons onbestendig. | Hinko Talsma |
Viola x bavarica | Donkersporig x Bleeksporig bosviooltje | 264-477 | april | Smoddebos. | --- |
Tweede vondst. Zie hier voor de eerste vondst. De soort onderscheidt zich van de ouders door de intermediaire spoor (gelig met paarse zweem) en de lijntjes op het onderste kroonblad, die enigszins 'vertakt' zijn, zoals bij Viola reichenbachiana (Donkersporig bosviooltje). |
excursie FWT |
Plantago maritima | Zeeweegbree | 261-492 | april | Tilligte. | Een plant in wegberm. |
Tweede vondst. Zie hier voor de eerste vondst. De soort onderscheidt zich in niet-bloeiende toestand van Plantago coronopus (Hertshoornweegbree) door de gaafrandige, 3-nervige bladen tegen (meestal) getande en altijd 1-nervige bladen bij P. coronopus. Zeeweegbree is een kustplant, die echter volgens de Flora ook in het binnenland aan gepekelde wegen voorkomt. Waarschijnlijk is dat een zeldzaam verschijnsel: www.telmee.nl geeft, behalve de eerste Twentse vondst, slechts twee andere binnenlandse (gevalideerde?) vindplaatsen: bij Amsterdam (waar heel goed zoutinvloed kan bestaan) en bij Doetinchem. |
Pieter Stolwijk |